Geologie van zeeland

Eoceen: 56–34 miljoen jaar geleden

De oudste fossielen die we hier vinden zijn schelpen, haaientanden en andere fossielen uit het Vroeg- en Midden Eoceen (Ypresien en Lutetien). Gelijksoortige fossielen als welke hier aanspoelen, zijn in België bij diverse tijdelijke uitgravingen voor wegen of groeves voor permanente zandwinningen aangetroffen in met name de Zanden van Aalter en de Zanden van Brussel, maar ook in Frankrijk en Engeland. De zee die gedurende het Eoceen het Bekken van Parijs vulde, reikte ook tot ons gebied. De samenstelling van de fossielenfauna laat zien dat het aanmerkelijk warmer was dan nu en dat de waterdiepte in het Eoceen hier betrekkelijk gering was. De beste plek om fossielen van deze ouderdom te vinden is wel de Zwin–monding bij Cadzand. Een karakteristieke schelpensoort voor het Eoceen is de Zwinkokkel Venericor planicosta. Bij de Zwin–monding kan deze algemeen worden gevonden.
In de loodrecht op het strand afgezette schelpenbankjes kan je na een oostelijke wind de penhorentjes Haustator solanderi vinden. Het meest begeerd zijn de zwart glimmende haaientanden en roggentanden die op de zelfde plaatsen gevonden worden. Deze haaientanden zijn vaak wat kleiner dan de neogene haaientanden uit andere locaties, maar niet minder mooi. Niet minder interessant zijn de zandstenen uit het Eoceen, die regelmatig dezelfde schelpen en haaientanden bevatten als die hier aanspoelen. Soms treft men er echter ook andere interessante fossielen in aan zoals zee–egels, slangsterren, krabben, sponzen en sporenfossielen. Iets jonger dan de Zwinfossielen zijn fossielen uit het Laat Eoceen, die op verschillende plaatsen aan de Zeeuwse kust aanspoelen.